- verbinding
- {{verbinding}}{{/term}}1 [samenvoeging] connection ⇒ link, 〈het verbonden worden/zijn〉 attachment2 [relatie] connection3 [mogelijkheid tot verkeer] connection4 [scheikunde] 〈resultaat〉 compound; 〈proces〉 combination5 [taalkunde] collocation ⇒ 〈samenstelling〉 compound6 [met betrekking tot telefoon] connection♦voorbeelden:1 een verbinding tot stand brengen • establish/make a connection/link2 zich in verbinding stellen met • get in touch/contact with3 een directe verbinding • a direct connection; 〈trein ook〉 a through traineen plaats met goede verbindingen • a place with good communications 〈telegraaf, radio〉de verbindingen met de stad zijn uitstekend • 〈het vervoer〉 connections with the city are excellent5 vaste verbindingen • fixed collocations6 geen verbinding kunnen krijgen • not be able to get throughde verbinding werd verbroken • 〈ook〉 we/they were cut off¶ 〈handel〉 zonder verbinding • without obligation, under no obligation
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.